All Categories
Featured
Table of Contents
Dialyseren is een ingrijpende behandeling. Bij de meeste mensen weegt de wil om (langer) te leven sterker dan de nadelen van de behandeling - boek complementaire zorg in de palliatieve zorgverlening. Dit geldt echter niet voor iedereen. Sommige patiënten vinden de impact van dialyse te groot. Ook kan vanuit medisch perspectief de inschatting bestaan dat dialyse te belastend is voor een patiënt of niet zinvol in het licht van de prognose van de patiënt
Daarbij is het belangrijk om vast te leggen welke naasten betrokken worden in dit proces, maar ook om de patiënt alleen te spreken, naar gelang de wens van de patiënt - zorgverlening tekening. Het kan voorkomen dat een besluit om niet te starten of om te stoppen met dialyse voor de directe omgeving zo confronterend is dat dit de patiënt ervan weerhoudt vrijuit te spreken in aanwezigheid van zijn naasten
De hoeveelheid en de ernst van de klachten gedurende dit proces zijn ook erg variabel (wat is zorgverlening). Het is voor de patiënt van groot belang dat dit besproken wordt. Uiteraard dient rekening te worden gehouden met laaggeletterdheid, beperkte gezondheidsvaardigheden en etnische, levensbeschouwelijke en culturele factoren die van invloed zijn op het vermogen om informatie te ontvangen en/of te communiceren over de prognose
Bij de dialyse betrokken zorgverleners hebben een belangrijke signalerende rol bij de vraag (al dan niet van de patiënt afkomstig) of er overwogen moet worden om de dialyse te staken. Na het stoppen van dialyse zal de patiënt in het algemeen snel komen te overlijden. De levensverwachting na het staken van de dialyse is gemiddeld 8 dagen, met variaties van 1-2 dagen tot 2-3 weken (Murtagh 2007 (1 - btw tarief zorgverlening))
Voor het informeren van de patiënt en diens naasten over de stervensfase kan gebruik gemaakt worden van schriftelijke informatie (zie aanverwant, Informatie voor de naasten over de stervensfase na beëindiging van de dialysebehandeling) - zeker financiële zorgverlening b.v. almere. Bij een eerder genomen besluit om niet te starten met dialyseren, ligt het niet voor de hand om op een later tijdstip alsnog met dialyse te beginnen
Hierbij is het wel van belang om zowel de reden waarom eerder besloten is om niet te starten met dialyse, als ook de beweegreden om terug te komen op dat besluit, in beschouwing te nemen (complementaire zorg in de palliatieve zorgverlening). Gezamenlijk zal dan bekeken moeten worden of de verwachtingen realistisch zijn, en reden zijn om het oorspronkelijke besluit tot niet-dialyse te herzien
Er is dan echter veel minder tijd om op dit besluit terug te komen. Indien besloten wordt om niet te starten met dialyse zijn een aantal zaken van belang: De huidige symptomatologie en de symptomen die in de nabije toekomst verwacht kunnen worden. De huidige symptomen kunnen in kaart gebracht worden met het Utrecht Symptoom Dagboek (De Graeff 2016).
.v. dieet en vochtinname; De patiënt bevragen wie zijn wettelijk vertegenwoordiger is/moet zijn (liefst al in een eerder stadium);Wanneer de patiënt niet meer in staat is zijn/haar wensen te uiten, dan kan de wettelijke vertegenwoordiger de belangen van de patiënt verwoorden. goede zorgverlening. Volgens de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) kunnen (in hiërarchische volgorde) de volgende personen vertegenwoordiger zijn, zie : Curator/mentor, benoemd door de rechter; De schriftelijk gemachtigde, benoemd door de patiënt zelf (in een schriftelijke verklaring); De echtgenoot, de geregistreerde partner of andere levensgezel van de patiënt; Een ouder/kind/broer/zuster; De nefroloog schat bij niet starten van de dialysebehandeling in wanneer het moment er is van overdracht naar de huisarts of specialist ouderengeneeskunde dan wel hospice-arts
De huidige symptomen kunnen in kaart gebracht worden met het Utrecht Symptoom Dagboek (2010). Zie behandeling van verschillende symptomen; Aanpassing van medicatie, waarbij alle medicatie die niet bijdraagt aan symptoomverlichting kan worden gestaakt; Adviezen t. a.v. vochtinname en voeding. Om dyspneu door overvulling te beperken wordt het handhaven van een vochtbeperking meestal geadviseerd.
Uitleg over de kans op een sneller overlijden door hartstilstand ten gevolge van hyperkaliëmie zal daarin moeten worden meegenomen. Na het stoppen van de dialyse bestaat er in uiterste gevallen een mogelijkheid voor geïsoleerde ultrafiltratie, waarbij alleen vocht aan het bloed onttrokken wordt. zeker financiële zorgverlening b.v. Er kan hiervoor een indicatie zijn bij ernstige dyspneu ten gevolge van overvulling
Zie hiervoor de richtlijn ICD en het levenseinde. De patiënt bevragen wie zijn wettelijk vertegenwoordiger is/moet zijn (liefst al in eerder stadium);Wanneer de patiënt niet meer in staat is zijn/haar wensen te uiten, dan kan de wettelijke vertegenwoordiger de belangen van de patiënt verwoorden. zorgverlening pgz nederweert. Volgens de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) kunnen (in hiërarchische volgorde) de volgende personen vertegenwoordiger zijn, zie http://wetten
Al in de fase waarin de nefroloog samen met de patiënt overweegt de dialyse te staken, wordt contact opgenomen met de toekomstige behandelend arts (de huisarts, specialist ouderengeneeskunde of hospice-arts) zodat deze tijdig betrokken wordt bij de begeleiding tijdens de laatste levensfase en kan werken aan (het opbouwen van) een vertrouwensrelatie met de patiënt. sterck financiële zorgverlening.
Het volgende contact tussen de nefroloog en de huisarts dan wel specialist ouderengeneeskunde of hospice-arts vindt plaats een paar dagen voor de overdracht (indien het gesprek tot daadwerkelijk stoppen met dialyse heeft plaatsgevonden). Hier worden de te verwachten problemen in de laatste fase besproken (zorgverlening afstemmen). Er volgt een schriftelijke overdracht met verwijzing naar de voorliggende richtlijn
Als leidraad kan hiervoor Overdrachtsformulier palliatieve zorg gebruikt worden. Na het overlijden van de patiënt, wordt de nefroloog hierover ingelicht door de verantwoordelijke huisarts, specialist ouderengeneeskunde dan wel hospice-arts. Er is dan ook de mogelijkheid tot evaluatie van het zorgproces in de laatste levensfase van de patiënt. Daarbij wordt er na het overlijden vanuit de afdeling dialyse contact opgenomen met de naasten en, naar behoefte, een nazorggesprek aangeboden in het kader van psychosociale begeleiding; zie Figuur 2 ‘Raamwerk voor palliatieve zorg bij patiënten met eindstadium nierfalen [Davison 2012 (2)]’.
Lees op deze pagina over: Hospicevoorzieningen Een bijna-thuis-huis of hospice. Wat is het verschil? Tijdelijk verblijf in een bijna-thuis-huis of hospice Hospicevoorzieningen zijn kleine 'huizen' die zich speciaal richten op de verzorging van patiënten in hun laatste levensfase. Meestal zijn er 3 tot 8 kamers - intramurale extramurale of transmurale zorgverlening. De bewoners en hun naasten kunnen de woonkamer en de keuken gebruiken
In de meeste bijna-thuis-huizen en hospices is zelfs een (klein) huisdier welkom. Bijna-thuis-huizen en hospices worden hospicevoorzieningen genoemd. Via de palliatieve zorgzoeker vind je hospicevoorzieningen bij jou in de buurt. In een bijna-thuis-huis doen vrijwilligers de dagelijkse verzorging. Zij zorgen voor je eten, helpen je naar het toilet en komen langs voor een praatje.
Voor verpleegkundige taken komt de thuiszorg (dagelijks) langs. Je eigen huisarts blijft betrokken bij de medische zorg (goede zorgverlening). In een hospice werken verzorgenden, verpleegkundigen en vaak ook een of meer artsen. Daardoor is er 24 uur per dag professionele hulp aanwezig. Vrijwilligers bieden algemene ondersteuning zoals koffie en thee brengen, maaltijden verzorgen en voorlezen
Bijvoorbeeld een arts, verpleegkundige of maatschappelijk werker. Je kunt ook zelf contact opnemen met een instelling. Quote: De meeste mensen gaan naar een bijna-thuis-huis of hospice om te sterven. Maar je kunt er ook voor een tijdje heen gaan, bijvoorbeeld om je mantelzorgers even rust te geven of om de arts van het hospice te vragen je pijnklachten te behandelen.
Palliatieve of palliatieve terminale zorg (PTZ) is bedoeld om de kwaliteit van het leven van de patiënt met een levensbedreigende ziekte in de laatste levensfase zo goed mogelijk te houden (unieck zorgverlening). Dat gebeurt door middel van verzachting of verlichting (ofwel palliatie) van het lijden. Denk hierbij aan het voorkomen en behandelen van lichamelijke pijn, maar ook het verhelpen van problemen die kunnen ontstaan op het sociale, psychologische of spirituele vlak
PTZ kan worden georganiseerd vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz), de Zorgverzekeringswet (Zvw) of op basis van de subsidieregeling eerstelijns verblijf (tevens vanuit de Wlz) (az zorgverlening). Bij palliatieve zorg kan men denken aan de volgende zorgvormen: Het behandelen of verlichten van pijn en andere fysieke of psychische klachten Persoonlijke verzorging en/of verpleging met het accent op het bevorderen van het comfort Hulp bieden bij psychosociale problemen Aandacht voor spiritualiteit en zingeving Verstrekken van hulpmiddelen die kunnen helpen in het kader van de verlichting of het verbeteren van de levenskwaliteit in de laatste fase Palliatieve sedatie toepassen (in de laatste twee weken) Ondersteuning van patiënt en familie bij de afrondende fase van het leven, het nemen van afscheid en het rouwproces Kenmerkend bij palliatieve zorg is dat ‘echte’ medische zorg (ter genezing van de ziekte) wordt stopgezet
Latest Posts
Camerabeveiliging
Zorgverlening Afstemmen
Turkse Ouderen Zorgverlening